1751 30 NOVEMBER 1978 (middag) overheid in bepaalde gebieden van de stad dringend gewenst acht, dat hier naar haar mening sturend moet worden opgetreden, doch dat dit van een af stand en niet al te nadrukkelijk moet gebeuren. Het CDA denkt daar enigszins anders over en nu weet ik niet precies hoe ik met beide opvattingen moet werken. Enerzijds wordt er gezegd dat het stadsbestuur een bepaalde verantwoordelijkheid heeft, anderzijds wijst men erop dat de vrijheid van ondernemers en burgers niet mag worden aange tast. Het gaat er in feite om in hoeverre wij moe ten sturen en in hoeverre wij zaken moeten laten liggen waar wij eigenlijk niets mee te maken heb ben. Voor ons is het duidelijk dat zich in de toe komst in Breda ontwikkelingen zullen voordoen die noodzakelijkerwijs om beïnvloeding door het stads bestuur vragen, waarbij aan de vrijheid van groe pen van burgers en van individuele burgers inder daad enige beperkingen zullen moeten worden opge legd ten behoeve van het algemeen belang. De heer Eissens heeft over de emancipatie en de ontwikkelingshulp gesproken. Zijn beweringen zijn toch wel opmerkelijk, zeker wat de emancipa tie betreft. Bedoelt hij nu eigenlijk dat er lan delijk voldoende initiatieven op dit terrein wor den genomen om de ontwikkeling ook in Breda op gang te brengen, of vindt hij dat er in Breda ook duidelijke initiatieven moeten worden ontplooid? In het begin van zijn algemene beschouwing zegt de heer Eissens dat het CDA zich meer gaat richten op de nieuwe opvattingen over gespreide verantwoorde lijkheid. Als je er van uitgaat dat iedere burger vanaf hetzelfde uitgangspunt vertrekt en in prin cipe dezelfde mogelijkheden heeft zou dat natuur lijk een goede zaak zijn, maar dat is nu eenmaal niet zo. Door bepaalde situaties ontstaan achter standen en er is dus geen sprake van eenzelfde vertrekpunt. Als men dan, zoals het CDA, over ge spreide verantwoordelijkheid spreekt geloof ik dat men daardoor de afstand niet zal verkleinen maar eerder nog vergroten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1751