30 NOVEMBER 1978 17 56 (middag) ik letterlijk zo gezegd en het zou de heer Crul sieren om in de debatten van de gemeenteraad van Breda letterlijk te citeren in plaats van derge lijke tendentieuze verhalen te vertellen! De heer CRUL: Wat u nu zegt hebt u inderdaad als aanvulling naar voren gebracht, maar u hebt eerst uitdrukkelijk gezegd dat de aannemers op dit moment een knelpunt zijn. Dat hebt u dan op een bepaalde wijze onderbouwd. Naast de argumenten die u steeds hebt aangevoerd gaat het echter ook om hetgeen gebeurd is. In de laatste jaren hebben wij er in deze raad steeds de aandacht op gevestigd dat er een soort "uitverkoop" van kleine en soms ook grotere stukjes grond heeft plaatsgevonden, waarop dan in ieder geval geen sociale woningbouw is gerealiseerd terwijl de mogelijkheden daartoe wél aanwezig waren. Dat is uw keuze geweest en dat hebt u ook steeds uitdrukkelijk gezegd, maar het is ook één van de redenen waarom wij nu op een dieptepunt zitten. Daarnaast is ook aangetoond dat er "uitverkoop" plaatsvindt van de panden waarover de gemeente beschikt, niet alleen van woningen maar ook van andere percelen die bij het oplossen van de woningnood onder de één- en tweepersoons huishoudens goede diensten zouden kunnen bewijzen. Ik wil best met een positief geluid eindigen wat deze kant van de zaak betreft. Volgens De Stem heeft wethouder Van Dun gezegd dat de Haagse Beem den een kwestie van gezamenlijke activiteit moet worden omdat deze aangelegenheid alleen op die ma nier tot een goed einde is te brengen. De WD vraagt een harde discussie over dit vraagstuk en beide opvattingen zouden best met ons standpunt op één lijn kunnen worden gebracht. De heer TEN WOLDE: De heer Crul moet onze woorden wel goed vertalen. Gesproken is over een harde inhoudelijke discussie teneinde gezamenlijk tot een oplossing te komen voor de financiering van de woningbouw. Daar praat de heer Crul niet over en daar gaat het ons om.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1756