16 FEBRUARI 1978.
166
heid zijn om over deze materie te spreken. Toege
zegd is dat hierover besprekingen in de commissie
algemene zaken zullen plaatsvinden, maar een reden
om het ter tafel liggende voorstel aan te houden
heeft de heer Crul niet aangegeven.
De VOORZITTER: Dat laatste herhaal ik, mis
schien zelfs tot vervelens toe. Zojuist heb ik ge
wezen op de wettelijke verplichtingen die met be
trekking tot rampenplannen ontstaan, de provinciale
leiding die in dat opzicht wordt gegeven, en de
verplichting voor de gemeente om op dat gebied
stappen te ondernemen. Wij hebben allerlei voorbe
reidingen getroffen en de gedane toezegging zal
binnenkort worden gehonoreerd, want nog deze maand
verwacht ik een provinciaal raamwerk.
Hoewel ik toegeef dat het ter tafel liggende
voorstel met dit alles verband houdt, geloof ik
dat de heer Crul iets over het hoofd ziet: minis
ter De Gaay Fortman heeft met een plan ingestemd
waarbij hij zich bereid heeft verklaard 2,4
miljoen beschikbaar te stellen, met als gevolg dat
wij aan de uitvoering moeten meewerken. De minis
ter heeft bovendien een tijdstip vastgesteld waar
op met de werkzaamheden moest zijn begonnen. Zowel
het één als het ander moet mijns inziens gebeuren.
De toezegging met betrekking tot de algemene pro
blematiek zal worden gehonoreerd, terwijl er van
avond iets aan de orde is dat wij moeten accepte
ren.
Wethouder VAN DUN: Ik wil er bij de heer
Crul op aandringen dat hij twee dingen uit elkaar
houdt. Ik meen mij niet te mogen bemoeien met de
door de heer Taks vermelde toezegging ten aanzien
van bespreking van dit soort voorzieningen in de
commissie algemene zaken; die toezegging regardeert
de voorzitter van die commissie. Voor zover de
commissie openbare werken in het geding is, moet
men twee elementen in het oog houden, die op blad
zijde 2 van het raadsvoorstel worden vermeld. Daar