1759 30 NOVEMBER 1978 (middag) vervullen waarvoor wij gekozen zijn. Dat kan wel eens problemen geven, maar wij zijn ons zeker van onze verantwoordelijkheid op dit gebied bewust en wij zijn wellicht wat meer dan sommige andere fracties van oordeel dat wij niet alleen controle rend in de richting van het college moeten optre den. De inhoud van de ingediende motie dit aan het adres van de heer Eissens-- is duidelijk toe komstgericht. Wij hebben niet gezegd dat er na drie maanden al duidelijkheid moet zijn over ver anderingen die morgen voor de deur staan. Ik heb ook in de algemene beschouwingen al nadrukkelijk naar voren gebracht dat de inhoud van de motie op de toekomst gericht is, dat de motie bedoeld is om de discussie over de meerjarenbegroting 1980 te laten starten en om de begroting 1980 al op de een of andere manier voor te bereiden. Dat is onze be doeling en anders niets. Wat het "zware geschut" van de heer Eissens betreft nog het volgende. In de PvdA-fractie is natuurlijk uitgebreid gediscussieerd naar aanlei ding van de algemene beschouwingen en die discus sie werd vanuit verschillende gezichtshoeken ge start. Ik kan u meedelen dat wij ten aanzien van de algemene beschouwingen eensgezind van opvatting zijn. Nu kan men natuurlijk altijd een aantal per sonen uit een fractie lichten en dat zouden wij ook bij het CDA kunnen doen. Wij zouden ons kunnen afvragen wie er achter dit geschut steekt en wij zouden daarbij misschien aan wethouder Van Dun kunnen denken, maar dat hoeft helemaal niet. In die zin heb ik het dan ook maar opgevat De heer EISSENS: Ik kan mijn eigen broek wel ophouden, daar heb ik wethouder Van Dun niet voor nodig. De heer CRUL: Dat weet ik niet. Ik vond de schorsing wat dat betreft erg kort. De heer EISSENS: Wij houden van inspraak in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1759