1777 30 NOVEMBER 1978 (middag) eventueel ook in de commissie algemene zaken kun nen worden bezien. Wethouder VAN DUN: Wij hebben in het college afgesproken het teveel aan eergisteravond gebruik te tijd nu in te leveren en ik zal dus alleen wat korte zakelijke opmerkingen maken. De heer Eissens heeft in de eerste plaats naar de samenwerking met de woningbouwverenigingen gevraagd. In het verle den is bij discussies hierover, mede naar aanlei ding van een motie van het CDA, gezegd dat dit een wat fragiele aangelegenheid is die bij de wo ningbouwverenigingen nogal persoonsgebonden is en te maken heeft met de achtergrond, waaruit de wo ningbouwverenigingen tot stand zijn gekomen. De samenvoeging, waar ik zelf een groot voorstander van ben, heeft zowel invloed op de woningtoewij zing als op de totstandkoming van woningwetwonin gen in samenwerking met de gemeente, op onderhoud, op de risico- en onderhoudsfondsen. Ik geloof dat wij dat met z'n allen bedoelen. Op beide niveaus bij mevrouw Paulussen in het centraal registra tiebureau en bij mij in overleg met het permanen te contactorgaankomt dit aan de orde. U weet dat ik in het verleden persoonlijk bezig ben geweest met de voorzitters van de woningbouwverenigingen en ik geloof eerlijk dat wij niet de illusie moe ten hebben dat het morgen gebeurd is. Het zal een proces zijn van aan elkaar wennen en een positieve uitslag zou wel prettig zijn, maar is niet op voorhand in te schatten. Ik geloof dat wij deze zaak voorzichtig moeten benaderen. De heer Eissens betreurt mijn mededeling, die ik ontleen aan de besluitvorming in het project team Hoge Vucht van afgelopen maandag, dat men naar de inschatting van het projectteam zelf pas rond 1 juli 1979 het ook in financiële mogelijkhe den vertaalde beleidsplan aan het college zal kun nen aanbieden. Ik heb gezegd dat ik denk op basis van deze mededeling pas omstreeks november volgend jaar dus een jaar na vandaagmet een preadvies

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1777