30 NOVEMBER 1978 1778
(middag)
te kunnen komen. Aan de andere kant heb ik tegen
de heer Crul gezegd dat ik zo min mogelijk wil
treden in de voortgang van de projectteam-activi
teiten, zoals men die zelf ziet, met name waar
het projectteam op dit moment bezig is met het
bijeenbrengen van de veelheid van ambtelijke ad
viezen op dit gebied. Het wil dit vervolgens ver
talen in een concept-beleidsplan om dat, na be
spreking met verschillende groepen, terug te kop
pelen naar de bevolking zodat men minstens om
streeks juli weet dat dat beleidsplan ook door de
bevolking wordt ondersteund. Hoewel ik met de
heer Eissens constateer dat het wel erg lang duurt
voordat wij ons als raad met de problematiek van
de Hoge Vucht bezig kunnen gaan houden, lijkt het
mij toch beter dit proces niet te verstoren omdat
er anders wellicht communicatiestoornissen tussen
de raad en het projectteam Hoge Vucht zouden kun
nen optreden. Ik kies dan voor de langere termijn
waarop wij elkaar niet beschadigen.
Op de kwestie van de Zuidelijke Rondweg kom
ik bij de beantwoording van de heer Garritsen nog
terug. De heer Eissens wijst erop dat hij het een
en ander heeft gehoord en in de krant gelezen. Ik
hoop met hem, bezien tegen de achtergrond van de
verschrikkelijke situatie, dat de heer Tuinman
komt en dat wij de andere gemeentebesturen en het
provinciaal bestuur erbij mogen betrekken. Ik ben
het met de heer Eissens eens dat dit voor het
college de laatste parlementaire actie is die wij
nog kunnen verzinnen. Wat er daarna moet gebeuren
kan ik nog niet inschatten; of dat nu per se bui
ten-parlementaire acties moeten zijn is een andere
vraag. Er zijn echter signalen te onderkennen dat
de minister toch wel de bereidheid zal hebben naar
Breda te komen en dat de mensen in de buurt zich
mobiliseren, terwijl vanmorgen bericht van Rijks
waterstaat is binnengekomen dat er een aantal pro
blemen in Rijsbergen is opgelost. Dat vind ik ver
heugend in het kader van de planologische proce
dure. Dat wil niet zeggen dat alle problemen in