1779 30 NOVEMBER 1978
(middag)
Rijsbergen zijn opgelost, maar het gaat de goede
kant op.
Ik vind het verwijt van "zwabberigheid1' van
de heer Crul wat goedkoop. Ik heb altijd getracht
zo concreet, vierkant en zakelijk mogelijk te
zijn en dat heeft er vaak toe geleid dat mij van
uit dezelfde fractie van "beton en staal" vaak
werd verweten dat ik geen greintje medemenselijk
heid bezat. Dat gebeurt dan het ene jaar. Het an
dere jaar zeg ik nagenoeg hetzelfde op basis van
de ervaringen van het afgelopen jaar en dan wordt
datzelfde geluid als "zwabberig" vertaald. Ik trek
het me niet zo erg aan, niet omdat de heer Crul
het zegt maar omdat het op mij niet zoveel indruk
maakt, temeer daar de heer Crul zijn verwijt on
derbouwt met halve en hele onwaarheden en halve
citaten. Het is niet nieuw dat wij met een "gap"
zitten in de beschikbare bouwgrond in Breda, dus
de heer Crul moet dat dan ook niet als een nieuw
argument aanvoeren. De heer Crul ik zeg het nog
maals-- is al 8 jaar lid van deze raad en hij weet
exact wat er in Breda aan de hand is. Ik ga nu
niet opnieuw aantonen hoe het gekomen is en dat
het zo is, maar de consequentie is in ieder geval
dat het te bouwen aantal woningen en dus ook de
sociale woningbouw terugvallen. Het gaat hier om
een feit, niet om een nieuw argument)
De heer GARRITSEN: Ik begrijp het niet zo
goed. De kans lag bij
Wethouder VAN DUN: Ik ben de heer Crul aan
het antwoorden.
De heer GARRITSEN: Dat antwoord is voor mij
niet zo erg duidelijk.
Wethouder VAN DUN: De vraag was wel duidelijk
De heer GARRITSEN: De vraag was wel duidelijk
maar uw antwoord daarop niet. Ik heb geconstateerd
dat er gronden genoeg zijn; het probleem is alleen
dat die gronden niet van de gemeente zijn. Er zal