30 NOVEMBER 1978 1782
(middag)
Het zijn deze drie items die mij er afgelopen
vrijdag in de Haagse Beemden toe hebben verleid
te zeggen dat wij aan tafel moeten gaan zitten om
dit aan elkaar duidelijk te maken, zodat wij we
ten waar wij over praten. Met "wij" bedoel ik dan
de rijks-, provinciale en lokale overheid. Dat
was de bedoeling en zo heb ik het gezegd. Dat is
géén nieuw argument orn de problemen in Breda en
in elke andere gemeente duidelijk te maken; dat
is ook géén "zwabberig" betoog maar het signaleren
van concrete feiten.
Vervolgens heeft de heer Crul het dan over
een politieke keuze bij de invulling van reststuk-
jes. Inderdaad, wij zijn met reststukjes bezig,
maar dan wel in de wijken waarin volgens geformu
leerde programma's van eisen en bestemmingsplannen
de sociale woningbouw en de woningwetwoningen als
eerste zijn ingevuld! Dat moet men niet vergeten
en dan vind ik het toch een prestatie dat wij er
met z'n allen in geslaagd zijn om het gehele, be
stemmingsplan in Princenhage-West II te reserve
ren voor sociale woningbouw. Zo is het gezegd, zo
is het bedoeld en zo is het.
Als de heer Crul denkt dat zijn aanwezigheid
bij de bezoeken vanuit Den Haag de situatie ver
scherpt, ben ik zo vrij daarover met hem van me
ning te verschillen.
De heer CRUL: Dat heb ik uitdrukkelijk niet
zo bedoeld. De heer Van Dun probeert altijd mijn
woorden iets anders uit te leggen. Ik heb bedoeld
dat je, als je in Den Haag wilt overbrengen wat
er in Breda leeft, vanuit een open bestuur mét
burgers en raad je opwachting moet maken en uit
drukkelijk je mening kenbaar moet maken. Wie dat
gaat doen is niet van belang, als hij maar repre
sentatief is en duidelijk overbrengt wat er hier
in Breda leeft.
Wethouder VAN DUN: Het wordt een eindeloze
discussie met de heer Crul. Hij zegt gelukkig
duidelijk dat hij het niet zo heeft bedoeld, maar