30 NOVEMBER 1978 1786
(middag)
college dat van zijn dubbele spreektijd 9 minuten
heeft ingeleverd. Ik heb wat lang over cultuur
gesproken en dat komt eigenlijk doordat ik er van
nature wat weerstand tegen heb om in de sector
cultuur bepaalde deelproblemen te gaan lokalise
ren en zelfstandig te behandelen. Wanneer de heer
Eissens mij vragen stelt over het accommodatiebe
leid in de sector cultuur, heb ik juist met mijn
wellicht wat lang uitweiden willen aangeven dat
wij nu bezig zijn met het cultuurbeleid om tot
een stukje samenhang te komen. Binnen het cultuur
beleid kan het accommodatiebeleid niet gescheiden
worden bezien, want er is een samenhang tussen de
accommodaties en cultuur is niet alleen een ge
beuren dat zich in die gebouwen afspeelt, maar
een gebeuren dat veel verder om zich heen grijpt.
Wanneer wij met elkaar spreken over accommodatie
problemen, bijvoorbeeld bij de schouwburg, dan
denken wij niet alleen aan het feit dat 's avonds
de deur van die schouwburg open gaat en dat 765
mensen naar binnen stromen dan is de schouwburg
namelijk uitverkochtom daar een bepaald gebeu
ren te aanschouwen, maar dan denken wij tegelij
kertijd impliciet aan het amateurtoneelgebeuren
in onze stad dat ook direct en indirect consequen
ties heeft voor andere sectoren in het cultuurbe
leid. Vanuit die samenhang heb ik een weerstand
óm te praten over "een" probleempje van "een" ac
commodatie
Die 9 minuten die ik heb ingeleverd had ik
eigenlijk beter kunnen gebruiken om iets meer te
zeggen over de bijdrage van de randgemeenten in
het cultureel gebeuren. Ik heb kennelijk, door
daar erg weinig woorden aan vuil te maken, de in
druk gevestigd dat ik mij er met een "Jantje van
Leiden' van af wil maken. De doorberekening van de
randgemeenten naar het cultureel gebeuren is eigen
lijk een voortzetting van de vorige saneringscom
missie, die dat al had gesuggereerd. Wat is er nu
gebeurd? Wij hebben ons in de eerste plaats afge
vraagd hoe wij dit moesten aanpakken en daarbij