16 12 JANUARI 1978 ningen en tot autonome en centrale voorzieningen komen. Centraal in dit gehele proces staat dat de overheid,tezamen met het particulier initiatief en de burgerij probeert te komen tot een allesomvat tende welzijnsplanning. Daarmee is naar onze mening Breda gediend. Breda is er op zichzelf niet mee gediend dat er nu een nota vóór ons ligt waarin een groot aantal be sluiten staan die in feite in de praktijk al wor den uitgevoerd, doordat ze al onderbouwd zijn door andere raadsbesluiten of bij het ambtelijk appa raat in zwang zijn gekomen. Wij zien het ter tafel liggende preadvies veel meer als een startpunt om tot een werkelijke welzijnsplanning te komen: een eerste stap op weg naar totale integratie van de verschillende aspecten van het welzijn. Wij vinden dan ook dat in het welzijnsbeleid op basis van politieke doelstellingen keuzen moei ten moeten worden gedaan. In de visie van de pro^ gressieven betekent dat in de eerste plaats dat voorrang zou moeten worden gegeven aan groepen in achterstandsituaties, aangezien juist in die groe pen welzijn veel minder wordt gedeeld dan in ande re groepen van de bevolking. Wij zien daartoe aan zetten in het preadvies, die echter niet duidelijk in een prioriteitenstelling zijn uitgewerkt, het geen vraagtekens oproept ten aanzien van de duide lijkheid van de beleidsvoornemens van de gemeente. In de tweede plaats zou naar onze mening een rechtvaardige verdeling van kennis, inkomen en macht tot stand moeten komen, terwijl een maat schappelijke bewustwording zou moeten optreden bij alle individuen en groepen waarmee het gemeente lijk beleid te maken heeft. Dit bij elkaar hebben wij in onze nota het "emancipatorische welzijns beleid" genoemd. Voorts zou de raad zich moeten buigen over de vraag, welke mensen er eigenlijk in het geding zijn als de motie die onze fracties vanavond gaan indienen, zou worden aangenomen. Op welke mensen is het beleid gericht? Wie krijgt er op het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 16