30 NOVEMBER 1978 1792
(middag)
denk dat het, ook al zou de prioriteit anders lig
gen, toch bijna niet anders te realiseren is in
de komende periode en ik hoop dat men hiermede
genoegen wil nemen.
Wethouder PAULUSSEN: Ik heb ook beterschap
beloofd ten aanzien van de tijd die ik nodig zal
hebben. De heren Eissens en Crul hebben vanuit de
CDA- en PvdA-fractie vragen in mijn richting ge
steld over woningnood en woningtoewijzing. Over
de mogelijkheid van één bureau voor zowel inschrij
ving als toewijzing wil ik ook van mijn kant even
iets zeggen, nadat collega Van Dun daarop reeds
is ingegaan. Het is in bestuurlijk opzicht geen
gemakkelijke "klus" waar het programakkoord ons
voor heeft gesteld en waar wij graag aan zullen
werken. Ik heb op dit moment nog geen heel concre
te dingen te melden. Wel zijn wij ambtelijk begon
nen met het inventariseren van knelpunten bij in
schrijving en toewijzing. Ik wil ook zelf wat er
varing op dit terrein opdoen om op basis van die
ervaring beter over de problematiek te kunnen mee
praten. Er bestaan richtlijnen van het ministerie
en van de overkoepelende organen van de woning
bouwverenigingen. Wij zijn een en ander zorgvuldig
aan het analyseren en op een rij aan het zetten,
waarna wij in overleg met de woningbouwverenigin
gen een sfeer moeten scheppen waarin deze laatste
in het belang van de woningzoekenden een stukje
van hun eigen verantwoordelijkheid inleveren. Het
zal wat tijd nodig hebben om de bereidheid daartoe
met elkaar te realiseren en ik zal in opdracht van
uw raad al het mogelijke doen om deze discussie op
korte termijn uiteraard in overleg met de heer
Van Dun-- aan te gaan.
De heer Eissens heeft mij namens de CDA-frac-
tie nadrukkelijk gevraagd nog iets te zeggen over
het verschil in interpretatie van de relativering
van de woningnoodf waarover ik woensdagmorgen heb
gesproken. Ik heb gezegd dat de heer Eissens de
zaak vanuit zijn fractie naar mijn indruk wat