30 NOVEMBER 1978 1794 (middag) uitspraak in beroep gaan. In die richting zoeken wij naar een mogelijkheid voor verbetering. Uit de cijfers kunnen raad en college zelf concluderen voor welke mensen er primair gebouwd moet gaan worden De heer VAN ASSELDONK: Een interruptie ter verduidelijking. Men kan alles op papier wel gaan verschuiven en men kan de urgenties wel anders gaan leggen, maar dan moeten er ook woningen zijn, want op dat moment vallen er weer andere mensen 'buiten de bak" en blijven wij met het probleem van woningzoekenden zitten. Misschien zie ik het verkeerd, maar ik zou gaarne een verduidelijking hebben Wethouder PAULUSSENU ziet het helemaal niet verkeerd, u slaat de spijker op de kop! Dat is nu precies hetgeen ik geprobeerd heb te zeggen en u trekt dus een heel juiste conclusie. De heer VAN ASSELDONK: Nou, dan zit ik aan de verkeerde kant I Wethouder PAULUSSENDaar moeten wij op een ander moment dan nog maar eens over praten! U hebt mij gevraagd iets te zeggen over de plannen die er zijn ten aanzien van het brengen van wat duidelijkheid in het "doolhof" van instel lingen op maatschappelijk terrein. In antwoord daarop heb ik reeds gezegd dat wij in de loop van 1979. als het advies van de voorbereidingsgroep voor de rijksbijdrage-regeling sociaal-cultureel werk gereed is, in overleg met instellingen en ge bruikersgroepen een plan zullen moeten gaan maken. Het maken van dat. plan, het verdelen van gelden en het met elkaar aangeven van prioriteiten zal ons het volgend jaar bezighouden en ik hoop dat te zijner tijd in overleg met de genoemde groeperin gen inderdaad het een en ander zal kunnen worden verduidelijkt. Op 7 december a.s. starten wij al in een gezamenlijke commissievergadering vanuit vier portefeuilles.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1794