1801 30 NOVEMBER 1978
(middag)
naast willen wij het college op dit punt een dui
delijke kans geven. Het is jammer dat de heer
Crul niet aanwezig was bij de onderhandelingen,
waar wij verschillende uren hebben gesproken over
de formulering en het wel of niet "voorrang" ge
ven aan de activiteiten ten behoeve van voorzie
ningen voor de zwakkeren in onze samenleving. Wij
hebben elkaar drie maanden geleden gevonden in de
formulering "extra aandacht" en er is nog nauwe
lijks kans geweest om daarop in te spelen. Het
gaat mij dan ook te ver nu al dit harde oordeel
op tafel te leggen en de zaak opnieuw ter discus
sie te stellen, rekening houdend met het feit dat
tegen de achtergrond van deze motie ook over een
herverdeling van de portefeuilles is gesproken.
In het licht van de onderhandelingen die hebben
plaatsgevonden hebben wij ons nadrukkelijk opge
steld vanuit de "kans-situatie" om een college op
afspiegelingsbasis te krijgen. Wij willen deze
opstelling handhaven en wij hebben op dit moment
zeker vertrouwen in het bestaande college. Op die
basis komt het bij ons zeer vreemd over dat nu al,
zonder dat de kansen konden worden beoordeeld, een
dergelijke zware motie op tafel wordt gelegd die
eigenlijk inhoudt dat de onderhandelingen opnieuw
vanaf het vertrekpunt zouden moeten worden ge
voerd. Ik herhaal mijn verzoek aan de heer Crul
om zijn motie in te trekken, hetgeen wij op zich
als een vanzelfsprekende zaak beschouwen.
Mevrouw SAELMAN-BOELENVoor D'66 is de motie
ook onaanvaardbaar vanwege punt 2dat inderdaad
de andere partijen geen enkele kans geeft om even
tueel bij te sturen.
De heer GARRITSENIk meen dat hetgeen in de
ze motie geconstateerd wordt volstrekt terecht is,
dat de kloof tussen de gegoeden en de achterge-
stelden steeds is gegroeid en dat op dit moment
een voortzetting van het beleid 1974-1978 plaats
vindt. Ik denk dan met name aan de plannen die er
liggen: het structuurplan, het