1806 30 NOVEMBER 1978 (avond) vragen. Wij hebben begrepen dat de open situatie ten aanzien van het programakkoord en ten aanzien van punten die niet in dat akkoord zijn geregeld, door de andere fracties wordt onderschreven, hoe wel dat niet voldoende wordt uitgesproken. Onze vraag is dan ook hoe, gezien de nieuwe verhoudin gen in de raad, de situatie tot het programakkoord is. Welke betekenis hechten de V.V.D. en vooral het C.D.A. aan het programakkoord en welke gevol gen heeft hun visie voor de toekomstige debatten en activteiten in deze raad? Met andere woorden: hoe "vertalen" het C.D.A. en de V.V.D. in die zin concreet het programakkoord? Wij zouden graag wil len dat daar nog even op zou worden gereageerd. De VOORZITTER: Nu wij opnieuw met de discus sie over de motie zijn begonnen, lijkt het mij cor rect dat men nog eens tegen elkaar zegt wat de be doelingen zijn. De heer EISSENS: Ik wil de gang van zaken niet traineren en ik wil niemand een zwartepiet toespelen, maar ik wil wèl graag de P.v.d.A. de vraag voorleggen hoe zij het programakkoord ver taalt. Voor ons is het programakkoord een overeen komst in hoofdlijnen die we gezamenlijk hebben op gesteld over een aantal punten waarop we elkaar hebben gevonden. We hebben elkaar gevonden op een aantal hoofdpunten van het beleid, omdat dat de items zijn waarvoor we ons in de komende periode bij het besturen moeten inzetten. Wij vinden het onvolledig en onjuist wanneer men na deze goede af spraken te hebben gemaakt, daar telkens het eigen program tegen wil afzetten en voor wil inruilen. Dat gaat ons te ver. Met erkenning van de fractie waaruit je komt en de partij vanwaaruit je stamt mag je naar mijn mening best proberen in het programakkoord hier en daar de kleur wat te verleggen. We zijn het echter eens over de hoofdlijnen en de werkafspraken te dien aanzien: daar moeten we van uitgaan en dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1806