171 16 FEBRUARI 1978. houdskosten die onderaan bladzijde 1 en bovenaan bladzijde 2 van het voorstel worden genoemd. De kosten zijn precies te schatten, maar zij komen in ieder geval neer op een bedrag in de orde van grootte die onderaan bladzijde 1 wordt vermeld. Ik voeg daaraan toe dat de A-kring Noord-Brabant van de B.B. met een aan zekerheid grenzende waarschijn lijkheid deze kosten zal overnemen, omdat zij in het kader van de werkzaamheden passen. Op 23 fe bruari aanstaande heb ik in de B.B.-kring een ge sprek om dit gerealiseerd te krijgen. Ten aanzien van de opvattingen van de minis ter en de instemming die hij met het project heeft betoond, is mijns inziens voldoende gezegd. Er zijn geen andere aanvragen en het is juist op te merken dat dit soort voorzieningen in beperkte ma te zoals ze nu worden getroffen, gewoon nodig zijn. Op vragen van de heer Crul en anderen kan ik antwoorden dat er een overeenkomst zal worden ge maakt waarin alle rechten en plichten ter zake van het gebruik worden geregeld. Vast staat dat is ook door het ministerie geverifieerd dat er twee "heren" zullen worden gediend; met de betrok kene worden afspraken vastgelegd die het mogelijk maken dat de schuilkelderfunctie zo nodig kan wor den vervuld, zodat daarover geen enkel probleem kan gaan ontstaan. De heer CRUL: Op de algemene aspecten van de ze kwestie zullen we zoals is aangekondigd in de commissie algemene zaken nog terugkomen. Aangezien de meerderheid van de raad het voorstel wel zal aannemen, kan ik mededelen dat de federatie van fracties P.v.d.A./P.P.R. er afwijzend tegenover staat. Hoewel wij oog hebben voor de veiligheids aspecten die aan de orde zijn, geeft het ontbreken van beleid voor ons de doorslag, zodat wij onze goedkeuring aan dit dure project moeten onthouden. De VOORZITTER: Ik constateer dat er een wette lijke regeling, waarin dat beleid vorm moet krijgen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 171