1814 30 NOVEMBER 1978
(avond)
gezegd het voornemen te hebben een keer met een
motie misschien deze motie terug te komen.
Alsdan zal de ingediende motie op haar waarde moe
ten worden beoordeeld. Ik stel voor die mededeling
voor kennisgeving aan te nemen.
De heer EISSENS: Sorry, hoor. Ik wil geen
spelbreker zijn en ik wil niet vervelend doen, maar
als erbij wordt gezegd dat men de intentie hand
haaft, hebben we elkaar helemaal niet begrepen. Je
kunt een stuk papier doorscheuren en de intentie
handhaven: voor mij geldt dan de intentie. Als de
heer Crul daaraan vasthoudt, ga ik nu weer in
schorsing.
De heer TEN WOLDEIk kan mij volledig bij de
woorden van de heer Eissens aansluiten. Uit de
fractie bereiken mij tekenen dat er op dit punt
beraad nodig is, gezien het feit dat de heer Crul
met keiharde woorden zegt dat hij zijn intentie
handhaaft.
(Enkele leden van de raad maken aanstalten de
vergadering te verlaten.)
De VOORZITTER: U moet nog niet gaan staan; dat
is een beetje vervelend. U vraagt gewoon schorsing
voor beraad. De heer Crul heeft gezegd ik wil
niets anders doen dan signaleren wat er is ge
beurd welk standpunt zijn fractie inneemt. De
motie is afgevoerd en de heer Crul heeft daar een
intentieverklaring bijgelegd. Dat is het enige
waarvoor ik sta en met die opvatting ik denk
dat ik tot geen andere conclusie mag komen, het is
een eerlijke opvatting die ik hier ventileer
zullen wij nu, als daaraan behoefte bestaat, de
vergadering onderbreken. Ik zie dat men die behoef
te inderdaad heeft en ik schors de vergadering bij
dezen.
SCHORSING.