1818 uit. 30 NOVEMBER 1978 (avond) De heer TEN WOLDE: Het was een serieus moment toen wij zojuist de raadzaal verlieten. Het feit dat de P.v.d.A. te kennen had gegeven de intentie van de motie te handhaven, was voor onze fractie de reden om zich nader over haar opstelling te wil len beraden. De intentie van de heer Crul gaf aanleiding tot een behoorlijke ondergraving van het college akkoord. De V.VD.-fractie wil het college de kans geven waar te maken wat in hoofdlijnen in het pro gramakkoord is geformuleerd. Wij vinden dan ook dat wij om alle misverstanden weg te nemen de op dracht hebben een motie van vertrouwen in te die nen. Dat is de verst strekkende motie, maar ik ge loof dat de raad geen betere uitspraak zou kunnen doen, want anders zou hij te kennen geven dat be paalde dingen in het college-akkoord onvoldoende zouden zijn geformuleerd. Dat is de duidelijkheid waar wij om vragen. Ik prijs mij gelukkig een mo tie te kunnen indienen die door vier leden van de ze raad is ondertekend. Wij handhaven onze opvat tingen, wij geven het college de kans en wij vra gen voor dat vertrouwen een heel duidelijke uit spraak van de gehele raad. De heer Ten Wolde dient een motie in, die als volgt luidt: "De raad van Breda, in vergadering bijeen op 30-11-1978, spreekt als zijn mening uit dat: het programma op hoofdpunten voor de raadspe riode 1978-1982, zoals overeengekomen door de fracties van C.D.A., P.v.d.A. en V.V.D. onverkort en met kracht dient te worden uit gevoerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1818