16 FEBRUARI 1978.
172
op stapel staat en dat men bij de provincie bezig
is op dit gebied een raamplan te maken. Daarop zal
door de gemeenten ook door de gemeente Breda
moeten worden ingespeeld. Al met al kan niet aan
het adres van dit college worden gezegd dat er
geen beleid is. Evenmin kan de conclusie worden ge
trokken dat een dergelijke voorziening niet zou
moeten worden getroffen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten, onder aantekening dat de he
ren Crul, Houben, Van Veggel, Hendriksen, Oomen en
Martens, mevrouw Paulussen, de heren Paquay en
Dreef, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de heer
Welschen en mevrouw Stutterheim-Edeling geacht wil
len worden te hebben tegengestemd.
15. bijlage nr. 43:
VOORSTEL VAN BURGEMESTER EN WETHOUDERS TOT
WIJZIGING VAN DE SAMENSTELLING VAN ENKELE
COMMISSIES IN VERBAND MET DE BEëINDIGING
VAN HET RAADSLIDMAATSCHAP DOOR MEVR. L.M.
GIEBELS-SPRENGERS(M)
De raad besluit met algemene stemmen:
Imet ingang van heden voor de duur van de hui
dige zittingsperiode van de gemeenteraad te
benoemen in de plaats van mevrouw L.M. Gie-
bels-Sprengers
a. de heer M.L. Paquay
tot plaatsvervangend lid voor de heer
J.P. Oomen in de commissie cultuur:
b. mevrouw J.C. Stutterheim-Edeling
tot lid van de commissie onderwijs;
II. in verband met de hiervoor, onder I, sub b,
vermelde benoeming met ingang van heden aan
mevrouw J.C. Stutterheim-Edeling ontslag te
verlenen als plaatsvervangend lid voor de
heer J.A.P. Hendriksen in de commissie onder