30 NOVEMBER 1978 !827 (avond) Er bestaat een commissie voor openbare orde, die als ik het wel heb al meer dan een half jaar lang niet meer bijeen is geweest. Ik vraag mij af of de commissie met dat doel is ingesteld. Ik pleit niet voor veelvuldiger vergaderen we moeten ver gaderen als het noodzakelijk is maar ik vraag mij af of op deze wijze het functioneren van de commissie voor openbare orde zinvol is. De heer GARRITSEN: Voor ons is het nog steeds wat onbegrijpelijk dat dit college, terwijl het het financieel toch vrij moeilijk heeft, nog steeds met een begroting komt waarin gelden voor de tap toe worden uitgetrokken. Wij menen dat die gelden anders en beter moeten worden besteed. De taptoe is volgens ons nog steeds een "promotion" van Bre da waardoor het militaire gezicht weer sterker naar voren komt. Wij zijn van mening dat het mili taire gezicht al sterk genoeg is, met drie kazernes en een K.MA. Nu probeert men het militaire karakter van de taptoe wel te verzachten door meer burgerkorpsen te laten optreden, maar naar onze mening -- en niet alleen naar onze mening is de taptoe nog steeds een voornamelijk militair gebeuren. Door meer bur gerkorpsen in te schakelen tracht men meer subsidie te verwerven en de kritiek te ontzenuwen. Toch me nen wij dat de taptoe beter achterwege zou kunnen blijven. Zeker als pacifisten vinden wij een tap toe een merkwaardig soort feest. Ook bij iemand die niet, zoals wij, het leger afwijst, zou het naar onze mening van goede smaak getuigen als hij het bestaan van het leger op sobere wijze zou ac cepteren. De steeds verder gaande bewapeningswed loop en de voortdurend toenemende vernietigings kracht maken een muzikaal feest van zo'n instituut voor ons tot een smakeloze vertoning. Militairen mogen van ons muziek maken, maar dan niet op de manier waarop het tijdens de taptoe gebeurt. Dit stuit ons tegen de borst. We zien toch ook geen doodgravers of slagers met hun attributen een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1827