1836 30 NOVEMBER 1978 (avond) kant heeft, die niet op mijn terrein ligt. Voor zo ver de politie in het geding is, wijs ik erop dat het vaak voorkomt dat men met een aantal mensen een auto verkeerd parkeert en dan, zij het niet met graagte, van tevoren een afspraak maakt over de wijze waarop de boete zal worden verdeeld. Ik erken volgaarne dat dat geen gezonde ontwikkeling is, maar het is nu eenmaal zo dat dit euvel zich op verscheidene plaatsen voordoet. Er wordt, in de mate waarin dat mogelijk is, wel degelijk tegen opgetreden. Over het instituut van de wijkagent wil ik in de commissie voor openbare orde graag eens van ge dachten wisselen. Men kent de aantallen en men weet dat de wijkagent een heel bijzondere functie heeft: hij is de man die thuis allerlei zaken moet behandelen en dat geeft hem een heel bijzondere po sitie. Bij een andere gelegenheid wil ik graag eens vertellen wat nu precies het takenpakket van de wijkagent is. Op het gebied van het wegslepen van auto1s zullen inderdaad aan de burgemeester als hoofd van de politie bepaalde bevoegdheden worden toegekend. Wij zijn in dat verband bezig met het opstellen van richtlijnen, die nog door het college moeten wor den vastgesteld. Ik kan de heer Van Duijl op dit punt geruststellen. Een en ander zal niet zo lang meer duren; de bevoegdheden zijn er eigenlijk al, maar moeten nog in gemeentelijke opvattingen worden "vertaald" Naar aanleiding van de vragen van de heer Gar- ritsen over het nemen van foto1s zal ik met alle soorten van genoegen nagaan hoe de gang van zaken is geweest. Ik heb zeer onlangs de minister van binnenlandse zaken nog over bepaalde gebeurtenissen geadviseerd. De heer Garritsen heeft zich tegenstander van uitbreiding van het korps getoond; het gaat er hem om hoe de politiemensen worden ingezet. Ik wijs hem erop dat men met grote nauwgezetheid te werk gaat, rekening houdend met de belangen van de dienst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1836