1 DECEMBER 1978 1850 (middag) bestaat in de commissie financiën de materie vormt een nogal technisch geheel op een aantal punten terug te komen. Bovendien denk ik de raad een plezier te doen door geen uitgebreid financi eel betoog te houden. Aan het adres van de heren Peeters en De Brou wer kan ik zeggen dat de begroting natuurlijk is beïnvloed door hetgeen van tevoren is gebeurd. De investeringen liggen vast en het personeel is aan gesteld; het is eenvoudigweg uitgesloten dat alles van de ene dag op de andere totaal te veranderen. Wat zijn wij nu met het oog op de jaren 1980 en volgende aan het doen? Conform de toezegging bij de algemene beschouwingen zal op korte termijn een opzet moeten worden geformuleerd, waarin onder meer wordt berekend welk effect de prijsstijgingen op de inkomsten en uitgaven zullen hebben. Ook de loonontwikkeling zal van tevoren moeten vastliggen, opdat zij in alle onderdelen van de begroting op dezelfde wijze wordt verwerkt. Hierover zullen wij nog deze maand de eerste besprekingen voeren. In de nota van aanbieding wordt met betrek king tot de 3,5 melding gemaakt van een risico ten bedrage van 54.000,Inmiddels hebben we ten aanzien van de daarbij in aanmerking genomen belastingen reeds de goedkeuring voor een hogere verhoging binnen, zodat dat risico is vervallen. Terecht heeft de heer Van de Steenoven erop gewezen dat zich een vermindering van de groei ten behoeve van nieuwe mogelijkheden zal voordoen. Ik geloof dat dat het kernpunt is dat ter gelegenheid van deze begroting door het college wordt aange kondigd: de gevolgen van Bestek '81 zullen zich niet direct in tekorten uiten, maar het probleem is dat de groei verminderd is, dat er al een ver wachtingspatroon bestond ten aanzien van wat de gemeente met het extra inkomen zou kunnen gaan doen en dat zich nu een tegenvaller voordoet door dat de groei wordt verminderd. Die effecten zullen wij met het gehele college moeten bekijken. Uiteindelijk dit mede aan het adres van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1850