1853 beslissen 1 DECEMBER 1978 (middag) De heer VAN DE STEENOVEN: Duidelijk zal moe ten worden dat Bestek '81 niet alleen vanwege de eventuele vermindering van voorzieningen nadelig is, maar dat het vooral ook wat het effect voor de gemeenten betreft haaks staat op wat men juist met deze operatie wil bereiken, namelijk bevordering van de werkgelegenheid. Als wij investeringen of nieuwe aanstellingenuitstellen, betekent dit dat de gemeente minder werkgelegenheid schept dan zij aanvankelijk van plan was. Bestek '81 is naar ik meen nu juist met het oog op de werkgelegenheid in het leven geroepen. De VOORZITTER: Dat is de "hoge" politiek en het vergt al erg veel van mij de politiek in deze gemeente een beetje te volgen! We hebben een grote Tweede Kamer met veel knappe mensen erin en ik neem aan dat die de gevolgen beter kunnen beoorde len dan wij in de raad. De heer VAN DE STEENOVEN: Ik denk dat u als wethouder van financiën wel degelijk in staat bent de effecten in de gemeente Breda, in het bijzonder op het gebied van de werkgelegenheid, enigszins na te gaan De VOORZITTER: Het volgend jaar, als wij de moeilijkheden heel duidelijk vóór ons zien, komen we terug bij de raad en kunnen we laten zien wat er kan en niet kan. Het gaat hier mijns inziens om een ontzaglijke operatie, die heel veel inspannin gen van de ambtenaren en het college zal vergen. Wij houden ons op het ogenblik bezig met de loon- en prijsontwikkeling; voor mij is de situatie nog te onduidelijk om een reactie ten aanzien van het geheel te kunnen geven, maar we komen zeker op de materie terug. De heer De Brouwer heeft mijns inziens te recht bepleit de subsidies elk jaar opnieuw te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1853