vinden I 1 DECEMBER 1978 (middag) 1856 De VOORZITTER: Ik stel voor de discussie over financiële aangelegenheden af te sluiten. De heer DE BROUWER: Ik heb nog geen duidelij ke reactie gehoord op het door ons aangehangen principe dat de instellingen die hun uitgaven ade quaat beheersen, prioriteit verdienen bij de sub sidiëring van nieuwe projecten door de gemeente. De VOORZITTER: Ik moet zeggen dat ik dat niet goed kon volgen en dat ik het daarom niet zo uitge breid heb behandeld) U doelt waarschijnlijk op een gesubsidieerde vereniging die het geld goed beheert, er iets van overhoudt en een "potje" vormt waarmee zij weer iets anders kan doen. Zou je zo'n vereni ging in uw visie dan nog iets meer moeten geven? De heer DE BROUWER: Niet méér moeten geven, maar als men nieuwe projecten wil aanzwengelen en men heeft getoond adequaat met overheidsgelden te kunnen omgaan, dan verdient men juist daarom prio riteit De VOORZITTER: De juiste besteding is mijns inziens bij subsidieverlening slechts één aspect. Er gelden bepaalde voorwaarden, men moet een begro ting overleggen en men moet ons een rekening doen toekomen. Ik denk dat het principe van de subsidie verlening vooral gestoeld moet zijn op het doel dat via subsidiëring wordt bereikt. Mevrouw SAELMAN-BOELENMag ik dit nog even verduidelijken? Wij doelen op het feit dat vele ge subsidieerde instellingen bang zijn om zuinig met het geld om te gaan, omdat ze anders bij de volgen de subsidie lager uitkomen. Men schroeft de subsi die dan immers automatisch terug. Dat willen wij voorkomen door als het ware een premie op zuinig beheer te stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1856