1 DECEMBER 1978 1860
(middag)
wel toelaatbaar tot het middelbaar beroepsonder
wijs zijn maar die desondanks in de praktijk geen
enkele mogelijkheid blijken te hebben; in sommige
takken van middelbaar beroepsonderwijs sneuvelt er
twee-derde
Welnu, vroeger konden deze jonge mensen nog
een uitwijkmogelijkheid vinden via het leerlingwe
zen, maar de moeilijkheid is dat het leerlingwezen
een leerplaats koppelt aan een arbeidsplaats. Heb
je dus geen arbeidsplaats in de maatschappijdan
heb je ook geen gelegenheid om te studeren. In dat
opzicht heeft de Wet op het leerlingwezen gefaald,
we hebben dit niet voorzien, en vandaar dan ook
dat men spreekt over een "gat in de Mammoet". Te
gen deze achtergrond komt staatssecretaris De Jong
met zijn initiatief tot het op touw zetten van
twintig- tot veertig proefprojecten met ingang van
1979 en tot integrale invoering in 1981. Daartoe
is volgens de maatstaven, gesteld in de circulaire,
een samenwerkingsverband nodig van lager beroeps
onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en zo moge
lijk ook beroepsbegeleidend onderwijs en vormings
werk.
Ik zou het college willen vragen in hoeverre
het het ontstaan van dergelijke samenwerkingsver
banden in Breda stimuleert. Aangezien het college
rechtstreeks functioneert als bevoegd gezag van
een gemeentelijke technische school, vraag ik mij
af of er bij die school ruimte is voor een derge
lijk project. In de circulaire staat namelijk dat
het lager beroepsonderwijs slechts bij de projec
ten wordt betrokken, voor zover er ruimte die
dan extra moet worden gebruikt -- aanwezig is.
In de derde plaats zou ik willen vragen: wat zijn
de verwachtingen van het college ten aanzien van
de verschillende andere mogelijkheden buiten het
technische vlak voor dergelijke projecten? Het be
treft hier een bij uitstek belangrijk project voor
kansarmen, voor degenen die maatschappelijk zwak
zijn en in de knoei dreigen te komen. Ik zou graag
een duidelijke uiteenzetting horen over alles wat