1 DECEMBER 1978 1862
(middag)
een academie voor expressie in woord en gebaar.
Een andere mogelijkheid zou kunnen worden gevonden
in een opleiding in het kader van de hogere infor
matica.
Welke stimulerende initiatieven neemt het ge
meentebestuur in dezen? Welke coördinatiepogingen
heeft de gemeente tot stand gebracht? Wat zijn de
initiatieven die het college in dit opzicht gaat
ontwikkelen?
Een volgend punt: het godsdienstonderwijs. Er
is sprake van een mogelijkheid tot subsidiëring
van wat officieel "godsdienstonderwijs, vorming en
coaching" heet, met name bij het lager onderwijs.
Deze mogelijkheid is voor de scholen van buitenge
meen belang, omdat zij er hun eigen identiteit
door kunnen profileren. Dit geldt voor elke school
en voor elk schooltype. Nu is het mij opgevallen
dat slechts één instantie van deze mogelijkheid ge
bruik maakt, terwijl toch iedere onderwijsinstel
ling in die gelegenheid verkeert: openbare scholen
kunnen van de regeling gebruik maken en er kan ook
iets op het gebied van de humanistische vorming op
touw worden gezet. Wat is de reden dat de regeling
slechts bij één instantie toepassing vindt? Is er
voldoende duidelijkheid, is er voldoende coördina
tie en is ook hier het stimulerende initiatief van
het college genoegzaam?
Tot slot een detailvraag. Het is mij opgeval
len dat het Bredase bedrag per leerling voor het
lager onderwijs in 1978 om precies te zijn:
359,75 over het algemeen in politieke zin
wordt "verkocht" als een fraai getal, terwijl ech
ter het bedrag bijvoorbeeld in Tholen 375,86 is
en daar dus veel hoger ligt. Nu kan ik mij inden
ken dat er wat de berekening betreft moeilijkheden
ontstaan, want de echte kosten per leerling ont
staan uit:
a. een "geschoond" bedrag;
b. kosten voor activiteiten als gymnastiek,
inclusief zwemmen;
c. administratiekosten, waarvoor de minister