1867 1 DECEMBER 1978 (middag) waarbij met name een samenwerkingsvorm zou moeten kunnen ontstaan tussen de g.t.s. en andere bestaan de instituten als "Het Element" en het vormingscen trum West-Brabant. Het doel moet zijn tot een streekcentrum te komen. De opmerkingen die mevrouw Nieuwstraten al over achterstandsituaties heeft gemaakt, wil ik na der aanscherpen. Kunnen wij vernemen binnen welke termijn het college met het toegezegde onderwijs plan kan komen? Ik geloof dat dit niet zo expli ciet door mevrouw Nieuwstraten is gevraagd, maar ik zou toch wel op het noemen van een termijn wil len aandringen. Over de vorming, het godsdienstonderwijs en de teamcoaching op de scholen hebben wij een iets andere opvatting dan de heer Schuring. Onze priori teiten liggen misschien enigszins anders, hoewel ik nadrukkelijk wil verklaren dat wij geen tegen standers van het godsdienstonderwijs in zijn alge meenheid genoemd wensen te worden. Ook ons is op gevallen dat slechts één richting gebruik heeft ge maakt van de geboden gelegenheid om in dit kader subsidie te ontvangen. Het betreft het rooms-katho- liek godsdienstonderwijs; in de commissie heb ik al de vraag gesteld of het wellicht mogelijk is dat de belanghebbenden in kringen van de humanis tische vorming en het protestants-christelijk gods dienstonderwijs niet voldoende van de mogelijkheden op de hoogte zijn geweest. De wethouder heeft ons toegezegd hier nog wat meer aandacht aan te beste den en naar de betrokken instellingen een voorlich tende brief of circulaire te doen uitgaan dan wel op andere wijze informatie te verstrekken. Naar mijn mening is het misschien beter dat wij bij de behandeling van de volgende begroting dit punt in onze fractie opnieuw bekijken. Tegenover de huidi ge gang van zaken sta ik niet geheel positief. Ik wil mijn betoog heel kort houden, want we zijn allemaal geneigd in tijd "uit te lopen" en ik vind dat we zo mogelijk aan bekorting van de verga dering moeten meewerken. Tot slot wil ik de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1867