1 DECEMBER 1978 1884
(middag)
het begrip "volkshuisvestingsprijs" geïntroduceerd
dat is het bedrag dat de modale werknemer recht
streeks kan betalen, zonder een beroep op huursub
sidie te moeten doen. Tussen de werkelijke huren
en die volkshuisvestingsprijs ontstaat een steeds
groter verschil. De wethouder wil met aannemers en
woningbouwverenigingen om de tafel gaan zitten om
over de toekomst van de woningwetbouw te spreken,
buiten het partijpolitieke kader. Hoewel dit een
loffelijk streven is, moeten we bedenken dat er
eigenlijk maar twee mogelijkheden zijn: öf we bou
wen te dure woningwetwoningen, öf we bouwen in het
geheel geen woningwetwoningen meer. In beide geval
len is het effect gelijk, namelijk dat de mensen
voor wie de woningwetbouw bedoeld is niet meer aan
de bak komen. Nodig is een aanpassing van de subsi
dietabel, maar aan de daarvoor benodigde politieke
wil schijnt het in het huidige kabinet te ontbre
ken. De verhalen van de staatssecretaris over de
franje in de woningwetbouw die de huren zou opdrij
ven, verdoezelen alleen maar de onwil om kwalita
tief goede woningen tegen volkshuisvestingsprijs
te bouwen. Als er enerzijds terecht hogere eisen
aan isolatie worden gesteld en als er anderzijds
geen subsidiecompensatie tegenover staat, wat wil
men dan? Op die manier worden woningen veel te
duur. Nodig is dat de toetsingsprijs omhoog gaat
en dat de vraaghuurtabel wordt aangepast. We zien
echter dat de staatssecretaris per 1 juli van dit
jaar de subsidietabel voor woningwetbouw niet heeft
aangepast, omdat de bouwkosten niet gestegen zou
den zijn, terwijl hij wèl in verband met stij
ging van de bouwkosten.' de grens voor de ver
strekking van premie op koopwoningen heeft ver
hoogd.
Ik zou de wethouder willen vragen het niet bij
besprekingen op lokaal niveau te laten, maar ook
via de V.N.G., via zijn Kamerfractie en samen met
collega-wethouders, bijvoorbeeld uit andere groei
steden, druk op de minister uit te oefenen, opdat
deze de objectsubsidies verhoogt.