1885 1 DECEMBER 1978
(middag)
Vervolgens kom ik op de decentralisatie van
bevoegdheden, waarvan de wethouder blijkens krante-
berichten en uitlatingen in deze raad een groot
voorstander is. Ook wij zijn voorstanders van het
decentraliseren van het besluitvormingsproces in
de woningbouw, waaraan in de memorie van toelich
ting bij de begroting van het ministerie eveneens
enige passages worden gewijd. Het blijft in die me
morie van toelichting echter bij oppervlakkig ge
babbel. Zolang men niet tot werkelijke delegatie
van bevoegdheden aan de lagere overheden komt, zal
de hele decentralisatie niet uit de verf komen.
Wij moeten ervoor waken dat de decentralisatie een
eigen leven gaat leiden en een excuus kan vormen
voor het niet of ten dele uitvoeren van allerlei
plannen.
Een ander onderwerp. Steeds meer wordt duide
lijk dat in de groep van de een- en tweepersoons
huishoudens de jongeren vanaf achttien jaar het wel
het moeilijkst hebben. Zij hebben over het algemeen
lage tot zeer lage inkomens, terwijl zij in de nor
male woningwetbouw vrijwel niet terecht kunnen. Ver
leden jaar heb ik een motie ingediend, waarin werd
gevraagd meer initiatieven te ontwikkelen voor de
huisvesting van de groep van achttien- tot vijfen
twintigjarigen. De gedachten gingen daarbij uit
naar het splitsen van flats, de aankoop en verbou
wing van panden en de nieuwbouw van Van Dam-eenhe-
denDe motie werd echter afgewezen omdat er vol
gens de wethouder al genoeg gebeurde.
Wat er het afgelopen jaar is gebeurd kunnen
we nu zien: er zijn acht wooneenheden gereed en er
staan er enige op papier. Dat is gewoon te weinig.
Uit de krant hebben we kunnen vernemen dat een
nieuwbouwproject voor Van Dam-eenheden aan de
Nieuwe Huizen geen doorgang zou vinden omdat het
veel te duur zou uitvallen. Graag zou ik van de
wethouder willen vernemen hoe dit precies zit. Via
verbouwing van panden is namelijk in kwantitatieve
zin nooit ofte nimmer de nood van jongeren op te
lossen; de oplossing zal ook moeten worden bereikt