12 JANUARI 1978
17
ogenblik voorrang en waarom, en wie niet? We zou
den moeten nagaan bij welke groepen de grootste
problemen liggen. Je kunt te dien aanzien tot een
inventarisatie komen, je kunt behoeftenonderzoek
instellen, kortom, er zijn allerlei mogelijkheden
om dat te achterhalen. Op basis daarvan kan wor
den gezegd welke eerste maatregelen de overheid
moet nemen; vervolgens zal men moeten nagaan wel
ke financiën voorradig zijn, terwijl voorts zal
moeten worden beoordeeld in welke mate er finan
cieel moet worden gesneden.
Met dit perspectief voor ogen kunnen we komen
tot een welzijnsbeleid dat in feite in de vorige
commissievergaderingen door de diverse fracties
is onderschreven. Iedereen vindt het welzijn voor
de Bredase burger van belang. Ook verkiezingspro
gramma's en programma's voor samenwerking in deze
raad doen er uitspraken over. Overal wordt het
welzijn als een centraal uitgangspunt genomen.
Voordat ik overga tot bespreking van de mo
tie die wij willen indienen, wil ik eerst nog in
gaan op enkele van onze amendementen die mij door
onze federatie zijn toebedeeld om er een verdui
delijking bij te geven. Voor alle duidelijkheid
wijs ik er nog op dat wij alle door ons opgestel
de amendementen hebben toegezonden aan de ver
schillende fracties, aan de burgemeester en aan
het ambtelijk apparaat, zodat ik ervan uitga dat
een ieder de teksten voor zich heeft.
De heer Hendriksen dient vervolgens 36 amen
dementen in.
De tekst van de ingediende amendementen
luidt als volgt.
"Amendement 1 bij preambule voorstellen ontwikke
lingsbeleid.
De raad van de gemeente Breda,
- in vergadering bijeen op 12 januari 1978,
- gezien het voorstel bijlage 5 bij het preadvies
van Burgemeester en Wethouders met betrekking