1891 1 DECEMBER 1978 (middag) bezuinigingen aan de hand van Bestek '81 daar di rect tegenover komen te staan; bij combinatie van die twee doelstellingen zouden er heel rare ver schijnselen kunnen optreden, want het is de vraag of je überhaupt kunt decentraliseren als er in de geldstroom wordt "gekapt". Voorts blijkt door het C.D.A./V.V.D.-kabinet de prioriteit te zijn verschoven in de richting van het eigen-woningbezit en de doorstroming. Dit heeft, ook al blijft dan de prioriteit voor de stadsvernieuwing in het vaandel van de regering staan, directe consequenties voor de vorm waarin de stadsvernieuwing zal worden aangepakt. Dit is één van de punten waarover ik op het gebied van de Bredase stadsvernieuwing zou willen praten. Ik wil daar direct ook nog een opmerking aan vastkoppelen in de richting van het C.D.A.dat blij was met het pleidooi van de heer Crul tijdens de algemene beschouwingen voor een kritische bezinning op de relatie nieuwbouw/vernieuwbouw. Op zichzelf is het juist dat zo'n bezinning er moet komen, maar ik denk dat onze fractie en die van het C.D.A. een ge heel verschillende bedoeling hebben. Bij het C.D.A wordt waarschijnlijk gedacht aan nieuwbouw in de sfeer van koopwoningen zoals door het kabinet in grote lijn wordt nagestreefd, terwijl de heer Crul bedoelde dat eventuele vervangende nieuwbouw in de sfeer van de sociale woningbouw zou moeten liggen. Ik kom dan op de stadsvernieuwing in Breda, waarvoor, zoals de wethouder vaak zegt, "superprio riteit" geldt. Er zijn op het gebied van de stads vernieuwing in Breda wel enige knelpunten te vin den. Ik heb overigens de indruk dat de heer Van Duijl iets wil zeggen. De heer VAN DUIJL: U sprak zojuist over ver nieuwbouw. Welnu, het woord "vernieuwbouw" zegt voldoende. U veronderstelde dat wij in verband met vernieuwbouw aan de koopsector zouden denken, maar als het om vernieuwbouw gaat, denken we natuurlijk aan nieuwbouw op dezelfde plaats voor de mensen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1891