■1893 1 DECEMBER 1978 (middag) In die krant wordt geconstateerd dat er nogal wat problemen zijn en dat het zelfs de vraag wordt of het proces dat we ons voor de Spoorbuurt hadden voorgesteld, verder wel kan worden uitgevoerd. Op vallend is in dit verband voor mij geweest dat van V.V.D.-zijde tijdens de begrotingsbehandeling in de commissie is gezegd dat de ontwikkelingen in de Spoorbuurt misschien wel zouden moeten worden af geremd of stopgezet: de V.V.D. nam duidelijk af stand van die ontwikkelingen. Nu is de situatie in derdaad moeilijk, omdat de verdere gang van zaken sterk afhankelijk wordt gesteld van de eventuele hulp die van de hogere overheid te verwachten is. Als dit punt de centrale rol ten aanzien van de ontwikkelingen in de Spoorbuurt gaat spelen, kom je inderdaad in het stadium waarin de in die buurt gewekte verwachtingen en de door de raad gedane uitspraken opnieuw in discussie zouden moeten ko men De heer TEN WOLDETijdens de algemene be schouwingen heb ik gezegd dat de P.v.d.A. zich vaak als vertolkster van wensen opstelt. U heeft in de raad vaak de indruk gewekt dat in de Spoor buurt gemakkelijk omvangrijke voorzieningen tot stand kunnen komen, maar vanmiddag word ik alleen maar geconfronteerd met een pakket eisen of vragen van uw kant, terwijl het belangrijkste aspect, de financieel-technische invulling door de gemeente, volkomen ontbreekt. Deze eenzijdige verhalen ben ik zo langzamerhand spuug- en spuugzat. U moet er ook eens bij zeggen hoe de gemeente dat zou moeten financieren. Daarin ligt het kernprobleem waar de wethouder mee zit. U moet de vraag stellen hoe we dat probleem gezamenlijk kunnen oplossen en u moet niet van deze eenzijdige wensenverhaaltjes gaan houden. De heer HENDRIKSEN: Ik heb al gezegd dat ik op de financiële onderbouwing zou terugkomen. Geens zins heb ik betoogd dat het eenvoudig zal zijn de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1893