1 DECEMBER 1978 1898
(middag)
het alternatief van de heer Knitel per definitie
betekent dat de ontlasting van de zuidelijke rond
weg op termijn nog niet te overzien is. Dit is dan
mijn reactie op de betogen van de heer De Brouwer
en mevrouw Saelman.
De heer DE BROUWER: Ik zou uw bewering graag
onderzocht willen zien!
De heer TEN WOLDE: Met betrekking tot de zui
delijke rondweg richting Rijsbergen is de zakelijk-
rechtvestiging naar ik meen voor 90 "rond". Te
doorlopen zijn nu nog enkele procedures in het ka
der van de ruimtelijke ordening die ook aan het
nieuwe alternatief van de heer Knitel verbonden
zullen zijn. Bovendien zijn voor de uitvoering van
diens alternatief veel meer aanpassingen van rijks
wegen nodig waarvoor nog geen reserveringen uit
het rijkswegenfonds zijn gemaakt. Dat is een om
standigheid die tot een duidelijke vertraging aan
leiding zou kunnen geven. Wij kiezen op dit ogen
blik op korte termijn voor de duidelijkheid van
plannen die zich al in een vergaand stadium van re
alisatie bevinden.
Sprekend over portefeuille II zou ik, na reeds
tijdens de algemene beschouwingen op een aantal
onderwerpen te zijn ingegaan, enkele hoofdelemen
ten uit het geheel willen lichten. De meeste frac
ties in de raad hebben zich nogal zorgen gemaakt
over de mogelijke consequenties van verlaging van
de gemeentefondsuitkeringen en van andere eventu
eel uit Bestek '81 voortvloeiende maatregelen. In
de commissie heeft de wethouder gezegd dat het ge
volg van een en ander zou kunnen zijn dat de huis
vesting van de dienst van openbare werken enigs
zins op termijn zou worden gesteld. Gezien de on
derschrijving van de noodtoestand waarin de dienst
qua huisvestings- en werksituatie verkeert, vraag
ik mij af of de raad zich niet moet afvragen of hij
een taakstellend onderzoek kan doen uitvoeren. Ik
doel daarmee op het vaststellen van een bedrag dat