1899 1 DECEMBER 1978 (middag) we enigszins kunnen vertalen in budgettaire lasten in het kader van de meerjarenbegroting. In het raam van een taakstellend bedrag zouden we dan naar een eventueel alternatief voor een lagere prijs kunnen zoeken. Vooralsnog heb ik de indruk en ik zal proberen daarover met mijn fractie een voor stel op te stellen dat de kosten voor kantoor eenheden lager kunnen worden dan het voorlopig ge raamde bedrag van 20 miljoen, waarmee bijna 2 van de omvang van het huidige Bredase budget is gefixeerd. Graag zal ik via de commissie met initiatieven op dit gebied komen. Er is gesproken over een sterk gebrek aan in dustrieterreinen. Ik wijs er in dat verband op dat de raadsleden geen enkel inzicht hebben in de toe komstige capaciteit met betrekking tot te projecte ren industrieterreinen. Er zijn wel enkele namen genoemd, maar ik meen dat het goed is de commis sies voor ruimtelijke ordening en voor openbare werken informatie te verstrekken over de planning ten aanzien van de genoemde gebieden, de mogelijke inpassing en de capaciteit die op korte termijn te realiseren is. Dat zijn immers juist aspecten van het vestigen van industrie en het creëren van werk gelegenheid in de rendabele sector. Mij ontbreekt op het ogenblik voorts een over zicht van de prioriteitsinvulling bij het binnen- stadsbeleid. Een half jaar geleden is ons medege deeld welke plannen in ontwikkeling waren, maar ik heb de laatste tijd gemerkt dat de urgentiebepaling afwijkt van het overzicht dat ons is verstrekt. Het lijkt mij verstandig dat de raad en de commis sie binnen afzienbare tijd in de loop van deze pe riode inzicht krijgen in de plaatsen waar de accen ten zullen worden gelegd. De heer HENDRIKSEN: Wat vindt de V.V.D. nu van de ontwikkeling in de Spoorbuurt? De heer TEN WOLDE: Een jaar geleden hebben wij gezegd dat de situatie in de Spoorbuurt dringend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1899