1 DECEMBER 1978 1900
(middag)
maatregelen vergde. Op grond daarvan hebben we een
motie ondersteund, waarin werd gevraagd om het uit
trekken van extra gelden om tot een planbeschrij
ving te komen. Gezien de stand van zaken op het ge
bied van de renovatie en de ontwikkeling van de
stadsvernieuwing, heeft de uitvoering van plannen
in de Spoorbuurt mijns inziens op dit ogenblik
voorrang.
De heer HENDRIKSEN: Wat zegt u dan van de uit
spraken van uw fractiegenoot de heer Van Asseldonk
tijdens de commissievergadering, inhoudende dat de
ontwikkelingen in de Spoorbuurt maar zouden moeten
worden stopgezet?
De heer TEN WOLDE: Dat had nu juist betrekking
op de vraag die ik u zojuist stelde en naar aanlei
ding waarvan ik helaas nog geen financiële onder
bouwing heb gehoord. De heer Van Asseldonk heeft
gezegd dat we waarschijnlijk binnen de oorspronke
lijk gedachte taakstelling de benodigde financie
ringsmiddelen niet zouden kunnen vinden. In dat ge
val, aldus de heer Van Asseldonk, zouden we beter
tijdelijk onze aandacht op andere projecten kunnen
vestigen
In de commissie ruimtelijke ordening is al en
kele malen gesproken over het treffen van parkeer-
maatregelen in de woonwijken die direct tegen de
binnenstad aan liggen. Willen we te dien aanzien
een efficiënt beleid gaan voeren ik heb er ook
tijdens de algemene beschouwingen over gesproken --,
dan zullen we eerst over alternatieve parkeerop-
vangcapaciteit moeten beschikken. Er zijn enige in
dicaties over de realisatie van de parkeercapaci-
teit-west en de planning van de parkeergarages als
zodanig. In onze visie moeten de parkeergarages op
zo kort mogelijke termijn worden gerealiseerd, met
een exploitatie-opzet, gedragen door de parkeerders
zelf, en eventueel met rijkssubsidie. Pas daarna is
het ogenblik aangebroken om in de woonwijken ade
quate parkeervoorzieningen te treffen. Als er nu