1 DECEMBER 1978 1904 (middag) Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van de heer Van de Steenoven mede onderwerp van be raadslaging uit. De heer VAN DE STEENOVEN: Over de zuidelijke rondweg is al veel gezegd. De P.v.d.A.-fractie juicht elk initiatief toe dat tot doel heeft een einde te maken aan de levensgevaarlijke situatie op de huidige zuidelijke rondweg. Ik vraag mij echter af of het alleen verder gaan op de tot nu toe gevolgde weg spoedig tot het gewenste resul taat zal leiden. De wethouder heeft bij het schrij ven van de laatste brief aan de minister van ver keer en waterstaat gezegd dat dat de laatste par lementaire actie was. Graag hoor ik van de wethou der zo spoedig mogelijk welke niet-parlementaire acties hij in voorbereiding neemt. Zulke acties zijn volgens mij nodig. Hoewel de besluitvorming ten aanzien van de complementaire voorzieningen in de Haagse Beemden pas aan het begin van het volgend jaar aan de orde komt, zou ik daarover nu toch al wel een enkele op merking willen maken. Het heeft mij verbaasd dat na het verlopen van een tijdvak van slechts twee jaar een financiële prognose in zo sterke mate moest worden bijgesteld. Ook heeft het mij verbaasd dat men, ondanks een becijferd tekort van enige tientallen miljoenen, toch nog een aanvaardbaar to taalbeeld verwacht te krijgen. Dit zou dan moeten worden bereikt door middel van uitstel van het aan nemen van personeel en investeringen. Mede gezien de reeds noodzakelijke bezuinigingen als gevolg van Bestek '81 lijkt mij dit geen eenvoudige zaak. Misschien kan toch nog eens worden gekeken of er bij grondverkoop geen extra opslag ten behoeve van de complementaire voorzieningen kan worden geheven, zoals dat ook gebeurt ten behoeve van de grote wer ken. Over de bijstelling van structuurplannen is al het nodige gezegd. De wethouder heeft op voor hand te kennen gegeven dat hij geen behoefte heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1904