181
16 FEBRUARI 1978.
van accountantsrapporten, kredietbewaking en de
verplichting tot het inzenden van de jaarrekenin
gen, wat toch de gebruikelijke weg is waarlangs
een particuliere organisatie verantwoording aflegt.
In verband met de voorwaarden doet zich de
vraag voor wat er gebeurt als het fout loopt. Ik
denk daarbij speciaal aan het negatieve vermogen
en ik meen dat dit het gevaarlijkste punt van het
subsidievoorstel voor N.A.C. is. Weliswaar is de
voorwaarde gesteld dat het negatieve vermogen in
de loop van de jaren tot nul zal moeten worden te-
ruggebracht, maar wat gebeurt er als men daar niet
in slaagt? Te dien aanzien is in de voorwaarden
niets geregeld; ik geloof echter dat het goed is
ons daarop nu al te bezinnen en in ogenschouw te
nemen wat we in die situatie van plan zijn te
doen. Ook voor het N.A.C.-bestuur is het goed als
daarover de nodige opmerkingen worden gemaakt, zo
dat men weet wat er te gebeuren staat als het fout
loopt
Vervolgens wil ik iets zeggen over subsidie
verlening door de rijksoverheid, waarop zojuist
ook al van de kant van P.v.d.A. en P.P.R. is inge
gaan. Inkrimping van het betaald voetbal is op het
ogenblik weer actueel door mededelingen, onlangs
gedaan door de nieuwe staatssecretaris, de heer
Wallis de Vries. Hij heeft gezegd dat het aantal
clubs in het betaald voetbal met een derde zou moe
ten worden verminderd. Wellicht heeft het college
hier enige gedachten over, te meer daar ook be
windslieden van een vorig kabinet zich in deze
richting hebben uitgelaten. Ik vraag mij af wat
het gevolg van een zo grote inkrimping zal zijn.
Is het bijvoorbeeld mogelijk dat daardoor een enorm
harde concurrentiestrijd ontstaat en dat als ge
volg daarvan de uitgaven van de overblijvende clubs
sterk stijgen? De vermindering van het aantal
clubs zou voorwaarde voor subsidiëring van de zij
de van de rijksoverheid zijn. Waartoe zou zulk
een subsidiëring leiden? Wij subsidiëren vanaf nu;
als in de komende jaren het rijk met aanzienlijke