1911 1 DECEMBER 1978 (middag) problematiek op tafel. Alles wat we nu zeggen ik neem de heer Hendriksen trouwens zijn opmerkin gen niet kwalijk -- loopt enigszins op dat geheel vooruit. Bij de beantwoording en de behandeling lopen we kans fragmentarisch te zijn en onrust te zaaien, zonder dat we het probleem helemaal kunnen overzien Duidelijk is dat het wettelijk kader ont breekt. De Wet op de stadsvernieuwing is er niet en de geruchten in de pers willen dat er een nieu we Wet op de stadsvernieuwing komt. Dat de heer Schaefer daarbij in de kou staat, is jammer, maar ook hij is er niet in geslaagd in zijn ambtsperio de een Wet op de stadsvernieuwing tot stand te brengen. De interimsaldoregeling, een financiële handreiking, vooruitlopend op de komst van een Wet op de stadsvernieuwing, geldt op dit ogenblik voor zeven gemeenten in Nederland, maar niet voor Bre da, noch in 1978, noch in de komende jaren: dat heeft in de terminologie van de heer "JH" "B2" gezegd. Een gevaar in dit verband is dat we zonder goedgekeurde notulen praten. Ik zeg dit niet op formele gronden, maar omdat uit het naar ik aan neem eerlijk gemeende betoog van de heer Hendrik sen enige misvattingen naar voren komen. In Breda hebben we, vooruitlopend op de resultaten van on derzoek en inventarisatie in een aantal wijken, ge kozen voor prioriteitstelling ten aanzien van de Spoorbuurt-west. Daarmee hebben we blijkbaar met ons allen niet het gemakkelijkste binnenstadsreha- bilitatiegebied gekozen. Dat ligt aan twee feiten: op de eerste plaats kost verplaatsing van bepaalde bedrijven uit de wijk en invulling van de openval lende terreinen met een woonbestemming om en nabij de 6 miljoen en op de tweede plaats zijn de voorlopige onderzoeksresultaten aangaande de tech nische situatie van de huizen allerbedroevendst, zodat we ervan kunnen uitgaan dat waarschijnlijk de helft van de huizen niet eens meer kan worden gerenoveerd, een kwestie dus van kaalslag en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1911