16 FEBRUARI 1978.
182
bedragen komt, wat heeft dat dan voor consequenties
ten aanzien van de gemeentelijke subsidie?
Dit brengt mij op subsidiëring door andere
overheden; het stadsgewest en de provincie. Uit de
stukken blijkt dat tot op heden geen subsidie wordt
verstrekt en dat verzoeken om subsidie zijn afgewe
zen. Tevens blijkt echter dat subsidiëring door
niet-gemeentelijke overheden wel mogelijk is: in
Groningen en Gelderland wordt door de provincie
subsidie verstrekt. Mijn vraag is dan ook of er
hier wel alles aan is gedaan, of dat het college
het N.A.C.-bestuur moet verzoeken bij stadsgewest
en provinciale overheid met veel meer nadruk om
subsidie te vragen. Wij vinden dat subsidiëring
van die zijde niet alleen gewenst is maar ook zeer
juist zou zijn.
Aangezien je nooit kunt weten hoeveel subsi
die N.A.C. op een gegeven ogenblik van al die orga
nen zal krijgen, lijkt het mij goed als er ten aan
zien van de transferpot naast een minimumgrens ook
een maximumgrens wordt gesteld.
Ik kom tot een slotconclusie. De V.V.D.-frac
tie stemt van harte in met verhoging van de subsi
die aan N.A.C., omdat wij vinden dat Breda een ver
eniging voor betaald voetbal binnen zijn stadsgren
zen dient te hebben, en wel een vereniging die in
de hoogste afdeling speelt. Gebleken is dat door
dit voorstel N.A.C. financieel weer gezond kan wor
den. De subsidiëring is afdoende geregeld, via een
juist systeem dat in een juiste verhouding ten op
zichte van andere sportverenigingen staat. De
V.V.D.-fractie is bijzonder content met dit voor
stel.
Het zojuist ingediende amendement van P.v.d.A./
P.P.R. heeft betrekking op medezeggenschap binnen
N.A.C., de mate van democratisering binnen een par
ticuliere organisatie. Wij hebben daar geen bal
mee te maken, want dat is een zaak van N.A.C. zelf,
die wij voor N.A.C. niet hoeven te regelen. Afge
zien van dit alles hebben wij zó veel vertrouwen
in het N.A.C.-bestuurdat wij aannemen dat de de-