1 DECEMBER 1978 1920
(middag)
vernieling wordt gereden. Ik zou de fracties van
C.D.A. en V.V.D. eigenlijk vooral die van het
C.D.A. willen vragen druk op hun Tweede Kamer
fractie uit te oefenen om althans nog iets van de
woningwetsector te redden.
De heer TEN WOLDEWaarom hoeven wij dat niet
te doen?
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: O, dat is
verspilde moeite.'
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik vind dat u
op dit ogenblik voldoende tegen elkaar hebt gezegd
en dat de heer Van Dun zijn betoog moet voortzet
ten
Wethouder VAN DUN: Ik ben in ieder geval blij
dat ik in Breda de laatste tijd met die discussie
ben begonnen. Het gaat er niet om het alleenrecht
op te eisen, maar we moeten concrete voorstellen
ten behoeve van een discussie met de rijksoverheid
doen. Daaruit zou mogen blijken dat deze kwestie
door meer fracties wordt gedragen dan alleen door
die van mevrouw Muntjewerff. Ik geloof dat we er
niet politiek over moeten "steggelen". We moeten
hier gewoon een Bredase zaak van maken. Dat is ook
mij bedoeling geweest en als door mij de bereid
heid op tafel is gelegd mevrouw Muntjewerff
heeft daar zelf aan gerefereerd dan vind ik dat
we gezamenlijk stappen moeten ondernemen.
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Mag ik nog
één opmerking maken?
Wethouder VAN DUN: Ik denk dat ik op deze ma
nier twee uur mag spreken!
De VOORZITTER: Ik geef mevrouw Muntjewerff de
gelegenheid nog één opmerking te maken en ik ver
zoek haar het daar bij te laten.