1 DECEMBER 1978 1926 (middag) te bespreken dat de enige echte oplossing gele gen is in de doortrekking van rijksweg 58 naar de E 10. Ondanks alle problemen die we elkaar schet sen, is immers dat tracé in ieder geval door de minister aangewezen, terwijl de benodigde gelden op de meerjarenbegroting van het rijk zijn gereser veerd. Bovendien is een gedeelte van die weg al in gepast in het goedgekeurde bestemmingsplan voor het buitengebied van Breda. De verdere procedure zal dan nog wel lang duren, maar elke andere op lossing, indien al fysiek en financieel mogelijk, is duurder, duurt langer en maakt de ellende op rijksweg 58 nog groter. Ik kan hier een verhaal gaan voorlezen -- maar dat vind ik v/at flauw dat onze verkeersingenieurde heer Groot naar aan leiding van de vraag van de heer De Brouwer heeft opgesteld. Het door de heer De Brouwer genoemde alternatief wordt zeker bestudeerd: er is een stu die van de heer Groot te dien aanzien. De voorlo pige conclusie is dat het bedoelde alternatief uit een oogpunt van stedebouw, techniek, procedures en realiteitszin volstrekt onaanvaardbaar moet worden genoemd. Ik noem enkele "items" die in dat verband van belang zijn. Als we het alternatief zouden volgen, zouden de Haagse Beemden volledig van de rest van de stad worden geïsoleerd, zou er geen oplossing voor het probleem van de gevaarlijke stoffen-route tot stand komen, zou de procedure minstens vijf jaar gaan duren, zouden de kosten gigantisch zijn en zouden we volgens de voorlopige interne beoordeling maar ook het rapport van de heer Knitel draagt een voorlopig karakter een soortgelijke planologische blunder maken als inder tijd bij de aanleg van de huidige zuidelijke rond weg is gemaakt. Hiermee hoop ik een voorschotje te hebben ge geven waaruit moge blijken dat we zeker niet moe ten denken met een reëel alternatief te maken te hebben. Hoe pijnlijk het ook is dat er wellicht schade aan het milieu zal worden toegebracht en dat een stukje natuur zal moeten worden opgeofferd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1926