1927 1 DECEMBER 1978 (middag) we zullen tussen twee dingen moeten kiezen: öf de problemen van de zuidelijke rondweg duren nog lan ger öf we kiezen voor de oplossing die nu in het verschiet ligt. Het zou mij bijzonder verdrieten als de raad op dit punt in hoge mate verdeeld zou zijn, want als de materie straks aan de orde komt, moeten we niet vanuit een verdeelde raad aan de besprekingen deelnemen; ik weet namelijk wel wat er dan op rijksniveau zou gaan gebeuren! Het spijt mij dat ik dat zo moet zeggen. De heer TEN WOLDE: Ik vind het wat tweeslach tig dat u enerzijds terecht en op grond van door mij ondersteunde argumenten keihard verdedigt dat de enige oplossing het doortrekken van rijksweg 58 is, maar dat anderzijds toch nog het alternatief plan van de heer Knitel wordt onderzocht. Als u keihard en unaniem met de raad verdedigt dat de doortrekking van rijksweg 58 de beste oplossing is, waarom wordt er dan nog mankracht aan het alterna tief besteed? De heer DE BROUWER: Ik vind dat burgers die alternatieven aandragen op een gedegen bestudering recht hebben. Ik ben blij dat de wethouder daarvoor mankracht beschikbaar stelt en ik zou het bijzon der waarderen als de resultaten van dat onderzoek zouden kunnen worden besproken, vooralsnog in de commissie voor ruimtelijke ordening. De heer TEN WOLDE: Ik ben het volstrekt met de heer De Brouwer eens dat initiatieven van parti culieren moeten worden onderzocht. Het lijkt mij echter volstrekt ongewenst nu weer verwarring over de mogelijke oplossing ten aanzien van rijksweg 58 te scheppen. Initiatieven van particulieren dienen te worden onderzocht, maar niet als de gemeente al definitief voor een bepaalde oplossing heeft geko zen. Wethouder VAN DUN: Laat ik niet op deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1927