1 DECEMBER 1978 1930 (middag) dat gebied ervan getuigt dat in Breda een kente ring optreedt op weg naar een andere aanblik van wijken dan waaraan wij gewend zijn. Mevrouw Van Rooij heeft gevraagd wanneer de Bredase bouwstroom in normale zin weer op gang op komt. Ik denk dat de "inzakking" zich in 1979 nog zal voordoen. Concreet antwoordend op de vraag, heb ik de indruk dat we in 1980 het normale tempo weer kunnen gaan volgen. Als het over gemiddelden gaat, geloof ik dat we in de jaren 1980 en volgen de bovendien moeten proberen een achterstand in te halen. Dit betekent naar mijn mening dat we alles op alles moeten zetten om de 1.000 a 1.200 wonin gen na 1980 in geheel Breda tot een hoger aantal te maken, opdat de achterstand kan worden ingelo pen. Ook dat heeft alles te maken met sociale wo ningbouw en het voldoen aan de woningbehoefte. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Begrijp ik goed dat de markt in 1979 weer gaat inzakken? Wethouder VAN DUNJe kunt één van tweeën doen: öf met elkaar praten, öf naar mij luisteren. Ik wil het trouwens best voor u herhalen. Ik heb gezegd dat de gevolgen van het inzakken zich in 1979 ook nog zullen voordoen. Dit betekent dat ik niet zie dat we de 1.000, 1.200 of 1.400 in 1979 zullen halen. Die trend zet zich nog door; her stel zal naar mijn mening pas in 1980 optreden, waarbij ik ervoor wil pleiten te zijner tijd te proberen voor zover dat fysiek mogelijk is de achterstand van de vorige jaren weer goed te maken. Wij proberen daarvoor alles op alles te zet ten. Dit is hetgeen ik zojuist heb gezegd. Naar aanleiding van vragen van mevrouw Van Rooij ga ik nog even op de actualisering van het woningbehoefte-onderzoek in. Ik meen dat we op het ogenblik de strategie in woondifferentiatie in Bre da enten op het gehouden woningmarktonderzoek van het stadsgewest. Zoals men weet komen wij in het kader van het programakkoord met de nota

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1930