y 1933 1 DECEMBER 1978 (middag) heeft verklaard, of andersom. De situatie is niet i altijd even duidelijk. Als mevrouw Van Rooij naar <3 een beleidslijn ter zake vraagt, moet ik antwoor- k den dat die lijn zeker niet op "branden blussen" n neerkomt maar dat het nog niet mogelijk is exact aan te geven wat je in die situatie op plaatselijk ir en landelijk niveau kunt "ophoesten". t c De heer VAN BANNING: Hoe ziet u een ruimtelij- c ke oplossing als er geen gronden meer beschikbaar k zijn? Wethouder VAN DUN: Dit klinkt tragisch, maar het is natuurlijk niet helemaal correct dat er geen gronden meer zouden zijn. Ik heb eens in het open- n baar gezegd dat je het probleem Wagemakers t bijvoorbeeld zou kunnen oplossen door "moeders bij 1 dochters te zetten". t De heer VAN BANNING: Dat is nu net één voor- beeld, maar ik zou nog graag een tweede willen ho- ren! r Wethouder VAN DUN: Je zou een bedrijf X kunnen overbrengen naar de woon-werk-gebieden in de Haag- c se Beemden of naar een stuk nog vrijkomend indus- trieterrein. Wellicht kun je met een vrijkomend c stuk Enka-terrein problemen voor een tectyl-bedrijf in de Dillenburgstraat oplossen. Op die manier ben je weliswaar marginaal bezig, maar ik geloof dat j we in deze problematiek niet direct worden geblok- c keerd door het gebrek aan terreinen. Primair is r het tekort aan centen, ook op rijksniveau. I Mevrouw Van Rooij suggereert dat wellicht met j betrekking tot de Galderse Meren een oplossing is bereikt. Ik wou dat het waar was.' In verband met i de Galderse Meren hebben wij, zoals bekend, te ma- 1 ken met de problematiek van de zandwinning, de pro- blematiek van de recreatie behorend tot de por- tefeuille van mijn collega Welschen en de pro- blematiek van de exploitatie van de Galderse Meren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1933