1 DECEMBER 1978 1938
(middag)
De heer Ten Wolde ben ik bijzonder dankbaar
voor zijn onderstreping van de noodzakelijkheid van
huisvesting voor de dienst van openbare werken.
Die hele problematiek ligt bij het college op ta
fel, maar ik meen dat mijn collega Broeders
daar in zijn beantwoording al op is ingegaan
door het wegvallen van de meerjarenbegrotingspro
cedure 1980-1983 zijn er ter zake geen voorstellen
en inpassingen naar de raad toegekomen. Ik garan
deer de heer Ten Wolde dat de materie op tafel ligt
en dat de financiering en de dekking van lasten
in het college aan de orde zullen komen. Ik wil
graag een keer praten over de suggestie van de
heer Ten Wolde om het probleem op een andere en
misschien goedkopere manier te lijf te gaan. Inmid
dels kan ik mededelen dat mij een voorstel van de
directeur betreffende een voorbereidingskrediet
heeft bereikt, waarmee de gehele procedure in gang
kan worden gezet.
Het zicht op de prioriteiten in de binnenstad
is de heer Ten Wolde enigszins kwijtgeraakt. Ik
kan mij dat goed voorstellen. Zoals hij weet is er
een program van actie opgesteld, waarin ook aan al
lerlei uitvloeisels aandacht is besteed. Hij weet
ook dat elk jaar de stand van zaken aan de raad
wordt gepresenteerd; deze rapportage zal worden
voortgezet. Hij weet voorts dat wij ertoe neigen
maar daarover moet de raad besluiten in de
binnenstad prioriteit aan het stadsvernieuwingspro
ces te geven, inclusief de invulling van bouwloka-
ties waarover ik heb gesproken. Het zal de heer
Ten Wolde echter ook bekend zijn dat er dingen zijn
die geen prioriteit hebben maar die toch op je af
komen. Als je kiest voor een bepaald openbaar-ver
voerssysteem met verknoping van lijnen, zit je met
een centrale bushalte waarvoor je een oplossing
zult moeten vinden.
De heer Ten Wolde is wat optimistisch als hij
veronderstelt dat in 1981 de parkeergarages ge
sticht zouden zijn. Het duurt allemaal wat langer.
De relatie tussen het tempo van gereed komen van