1 DECEMBER 1978 1940
(middag)
lokatie van die fase voor verschuiving vatbaar is.
Dit is één van de redenen waarom wij ambtelijk be
zig zijn met de voorbereiding van een bijgesteld
structuurplan. Overigens heeft de heer Ten Wolde
iets gezegd waarin hij mijns inziens volkomen ge
lijk heeft: als wij dezer dagen over woningbehoef
te praten en het gat in de Bredase markt signale
ren, als wij zien hoeveel tijd er is verlopen tus
sen de eerste activiteiten ten aanzien van de
Haagse Beemden en de eerste schop en het eerste
huis, dan misstaat het ons naar mijn mening niet
op dit ogenblik voor onszelf te overwegen welke
processen er tegen de achtergrond van welke doel
stellingen in gang moeten worden gezet om ervoor
te zorgen dat in de jaren tachtig niet hetzelfde
gebeurt als waarvoor we in de jaren vijftig hebben
gewaarschuwd en als zich in de jaren zeventig
heeft voorgedaan. Dit betekent dat je vandaag al
moet nadenken over lokaties in Breda die aan de
beurt kunnen komen als de Haagse Beemden zijn vol
gebouwd. Ik zeg hierbij nadrukkelijk: tegen de ach-
tegrond van de doelstelling van Breda.
De opmerkingen van de heer Ten Wolde over ar
chitectencombinaties en dergelijke lenen zich mijns
inziens eveneens primair beter voor bespreking in
commissieverband
Op een beleidsplan voor de verkeersveiligheid,
genoemd door de heer Van de Steenoven, kom ik
straks bij de bespreking van de moties terug.
Overgaand naar de complementaire voorzieningen
in de Haagse Beemden wil ik vooraf even heel duide
lijk het volgende zeggen. Wat men op tafel heeft
is een ambtelijk stuk. Wij achten het noodzakelijk
dat men daarover beschikt, maar het college zal
zich er op 13 december nog over moeten buigen. Dit
betekent dat er enkele punten aan de orde zijn, op
de eerste plaats de vraag van de heer Van de Steen
oven hoe in twee jaar tijd zo'n grandioos verschil
kon optreden. Naar ik meen wordt deze vraag in bo
vengenoemd stuk beantwoord. Het is wezenlijk waar
dat er door het sneller teruglopen van de bevolking