1 DECEMBER 1978 1955 avond De heer NEEB: Ik wil over twee onderwerpen enige opmerkingen maken: enerzijds over het milieu, anderzijds over het gemeentelijk vervoerbedrijf. Mijn opvatting op het gebied van het milieu staat tegenover de mening die de heer De Brouwer zojuist onder woorden heeft gebracht. In dit ver band verwijs ik naar de gemeentelijke milieunota van 1973, de milieunota van 1978 en het program op hoofdpunten 1978-1982. In deze stukken wordt de verhouding tussen het gemeentebestuur en de burger zó opgevat, dat de bewaking van het leefmilieu primair een kwestie is van mentaliteit van de zij de van de gemeente. Met andere woorden: een verde re mentaliteitsombuiging naar grotere betrokken heid van de burger bij een goed milieu moet voorop worden gesteld. Wij zien daarom dan ook juist geen heil in een "afbouw" van de vrijwillige milieupo- litie uitsluitend ten behoeve van een kleiner, hoewel professioneel apparaat, zoals dit wordt voorgedragen in de bijstelling van de sectorbeleids nota voor milieuzorg. Hoe groter immers het korps van de vrijwillige milieupolitie is, des te groter is het uitstralingseffect, zowel tijdens de taak uitoefening van de vrijwilligers als via hun di recte leefomgeving. De taak van de vrijwilligers zou moeten liggen op het terrein van preventie bewustmaking en signalering aan de verbaliserende ambtenaren. Een full time coördinator in vaste dienst zal in dit verband onontbeerlijk zijn. Het is pas bij toenemende milieubewustwording van de burgers dat er een grotere druk op de uitbreiding van het professionele apparaat gaat ontstaan. Wij moeten de zaak echter niet omdraaien door eerst full-timers te claimen, met de intentie er later nog eens twee aan te trekken. Op die manier ont staat naar het inzicht van mijn fractie vooralsnog alleen een grotere druk op de begroting, zonder dat dit goede, directe voorspelbare effecten heeft. Sprekend over het gemeentelijk vervoerbedrijf, wil ik speciaal op de brandweer ingaan. Gelet op het begrote bedrag van 1,5 miljoen voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1955