1 DECEMBER 1978 1957 avond die bij het verslag over 1975 zijn gemaakt en naar de handigheidjes die daarbij werden gepresenteerd. Mijn eerste vraag is: betalen onze Bredanaars niet te veel aan deze maatschappij? Er kan geen sprake van zijn dat er te weinig wordt betaald, want anders was de maatschappij wel correcter in het naleven van de overeenkomst. Terwille van de 37 andere raadsleden niet van de wethouder en van mij -- zal ik mijn verhaal over het slachthuis overslaan en volstaan met het stellen van enige vragen. Kunnen wij, in samen spraak met de gebruikersvoor het goed functione ren en exploiteren van ons openbaar slachthuis, op langere termijn gezien, instaan? Alleen in dat ge val is het immers alleszins verantwoord tot de ko mende investeringen en uitbreidingen over te gaan. Ons openbaar slachthuis is een dynamisch bedrijf, doch de dynamiek zal ook door de gebruikers moeten worden aangedragen; het heeft geen zin onze nek terwille van gelegenheidsgebruikers zo ver uit te steken. Zouden wij tot de bovenbedoelde investe ringen overgaan, dan zal er heel veel moeten wor den betaald. Met het oog daarop heb ik enig "voor werk" laten verrichten, waarvan het resultaat dins dagavond voor alle raadsleden op tafel lag. Wij beschikken in dezen over drie fondsen: 1. een fonds tot egalisatie van de exploita- tieverschillenwaarin 1,5 miljoen aan wezig is. Daarvan moeten we netjes afblij ven, zoals trouwens de wethouder ongetwij feld ook wel zal gaan zeggen. Het doel van het fonds is immers dat er geen gebruik van de algemene middelen hoeft te worden ge maakt 2een fonds tot spreiding van de herstructu- reringsbijdragenwaarin een bedrag van 500.000,komt. Dit bedrag kunnen we goed gebruiken ik heb uit de begroting begrepen dat dat ook de bedoeling is voor de afschrijvingen op de investeringen die we sinds 1970 in ons slachthuis hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1957