1964 1 DECEMBER 1978 (avond) dit wordt in verband gebracht met het functione ren van "Het Turfschip". Ik zou het college willen vragen vanuit zijn verantwoordelijkheid te onder zoeken of het aan "Het Turfschip" zou kunnen lig gen dat het bezoekersaantal van het Brabants Or kest terugloopt. Tot slot een opmerking die misschien niet ge heel in het kader van deze portefeuille past, maar waarop misschien een collega van de wethouder van cultuur kan ingaan. Het gaat hierbij om de rijks bijdrageregeling in de sector cultuur. Mevrouw Paulussen heeft in haar reactie op de algemene be schouwingen vrij veel over die rijksbijdragerege ling en alles wat daarmee samenhangt gezegd. Hoe wel in haar opmerkingen alles goed op een rijtje stond, zou ik willen waarschuwen voor de ambtelij ke taal die men ten aanzien van dergelijke activi teiten dreigt te gaan gebruiken. Ik denk in dit verband met name aan vrijwilligersgroepen en vere nigingen. Wanneer wij met die groepen en vereni gingen praten, zal er duidelijke taal moeten wor den gebruikt. Dit is vooral van belang bij de in spraak en de inschakeling van vrijwilligers. Men sen die zich uit liefhebberij of betrokkenheid vrijwillig inzetten, hebben niet zo veel behoefte aan allerlei ambtelijke toestanden. Ik zou daarom het college willen vragen in de toekomst alles met betrekking tot de rijksbijdrageregeling zo eenvou dig mogelijk aan de betrokkenen over te dragen. De heer OOMEN: Wethouder Sandberg heeft in zijn reactie op de algemene beschouwingen gezegd ik parafraseer zijn woorden cultuurbeleid is niet te scheiden van de accommodaties. Daar ligt mijns inziens de kern van een verschil van mening tussen deze wethouder en onze fractie. Wethouder SANDBERG: Ik heb het juist anders om gezegd. Ik heb gezegd dat ik het accommodatie- beleid niet wil loskoppelen van het cultuurbeleid. De heer OOMEN: Dat is inderdaad beter geciteerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1964