1 DECEMBER 1978 1969
(avond)
vervullen. Daarvoor moeten we niet geven wat we
over hebben, maar moeten we in ons eigen vlees
snijden. In dat verband is bewustwording nodig.
De heer EISSENS: Begin daar dan maar eens
mee
De heer OOMEN: Dat zullen we beslist doen.
Wij proberen op alle maatschappelijke vlakken daar
aan te "trekken". Dit blijkt onder meer uit onze
steun aan de groep in Breda die zich op dit ter
rein beweegt, de werkgroep "Richting", maar deze
raad heeft de subsidie aan die groep afgewezen.
De heer EISSENS: Dat is flink, ja!
De VOORZITTER: Dames en heren. We hebben al
eerder over deze aangelegenheid gesproken en er is
ook aanleiding geweest om dat te doen. Duidelijk
hebben we elkaar mogen zeggen dat hier geen direc
te verantwoordelijkheid van burgemeester en wet
houders ligt. De heer Oomen introduceert dit on
derwerp nu weer met het oog op oude voorstellen;
ik geloof dat hij nu in de gelegenheid moet zijn
om zijn betoog af te maken. Het lijkt mij goed dat
hij zich daar vooral op richt en niet te veel aan
dacht meer schenkt aan het project waarmee men in
Breda bezig is en dat naar we allen hopen zal sla
gen.
De heer OOMEN: Ik heb alleen maar aangetoond
dat wij hierover een andere opvatting hebben. Ik
wil er verder het zwijgen toe doen en afwachten
wat nader overleg oplevert. We zullen er nog wel
op allerlei manieren over praten. Ik wil een en
ander zich rustig laten voltrekken en dan zien we
verder wel.
Mijn slotopmerking lijkt op die van Cato:
"Overigens vind ik dat Carthago moet worden ver
woest." Mijn opmerking is: overigens vind ik en
ik zeg dat voor de zoveelste maal dat het ver-
geet-mij-nietje dat ik indertijd in het kader van
een monumentennota aan wethouder Sandberg heb