1 DECEMBER 1978 1975
(avond)
Werk of geen werk? De ontwikkeling van de
werkgelegenheid in de komende jaren ziet er som
ber uit. 15 a 20 van de mensen die kunnen werken
dreigen van werk te worden uitgesloten. Met name
de kans op werk voor vrouwen en jongeren is uiterst
gering. Voor wat de vrouwen betreft kunnen wij
verheugd zijn met een toezegging die de wethouder
van personeelszaken jongstleden dinsdag heeft ge
daan: er zal op korte termijn een nota over deel
arbeid voor gemeentepersoneel verschijnen. De on
dernemers zien een oplossing in vergroting van de
winsten ten koste van de lonen. Gaan de onderne
mers geen heilloze weg? Ik ben een beetje trots
als deze opmerking buiten de orde is, hoor ik
dat wel dat in Breda bij een grote onderneming
blijkens persberichten openingen voor een 35-urige
werkweek zijn gemaakt. Dit biedt perspectief voor
de toekomst.
Alleen door herverdeling van het werk en het
scheppen van arbeidsplaatsen door de overheid kan
het recht op werk voor jong en oud, man en vrouw
veilig worden gesteld. Ik ben blij dat het B.O.C.
zich op herverdeling van de arbeid gaan oriënteren:
gezamenlijke personeelsdienst etcetera. Tevens wil
men een beleid gaan voeren op regionaal sociaal-
economisch terrein. Het B.O.C. heeft zijn opvat
tingen neergelegd in een rapportage die naar ik heb
begrepen in december definitief door de deelnemen
de "achterban" moet worden onderschreven. Een vraag
mijnerzijds is: wie vormen die "achterban"? Als de
gemeenteraad van Breda ertoe behoort, mag ik aan
nemen dat wij hierover nog in de commissie voor
economische zaken gaan praten. Wat is het B.O.C.
voor een instituut en hoe bekend is dit orgaan in
onze regio? Ik heb kennisgenomen van een krante
knipsel van 7—11 178 uit het Dagblad De Stem met
de kop "wie wil er nog worstelen met de BOC?" Uit
dat verhaal is mij duidelijk geworden hoe bekend
dit orgaan wel is, ook binnen ons eigen stadsge
west. Ik vind het zeer ernstig dit in de krant te
moeten lezen. Of geldt hier om een term van de